LANDELIJKE REGELING
E9 relatie met kerken in het buitenland, vastgesteld 13 januari 2023
1. algemeen
1.1 De Nederlandse Gereformeerde Kerken onderhouden het contact met kerken in het buitenland door middel van de landelijke Commissie Relaties Buitenland (CRB).
1.2 De synode besluit op voorstel van de CRB of zij een verwantschapsrelatie wil aangaan met een buitenlandse kerkgemeenschap en wat de aard van die relatie zal zijn.
1.3 De kerken aanvaarden dat verschillen in taal, cultuur en financiële draagkracht beperkingen kunnen opleveren voor de mate van contactoefening.
2. zusterkerken
2.1 De meest intense verwantschapsrelatie die de kerken kunnen aangaan (en de enige die hier geregeld wordt), is die van zusterkerken.
2.2 Zusterkerken erkennen van elkaar dat zij gehoorzaam willen zijn aan het Woord van God en aanvaarden elkaars belijdenis als betrouwbare verwerking daarvan.
2.3 Zusterkerken werken waar mogelijk samen in de verkondiging van het evangelie en zijn bereid om van elkaar te leren in de bestudering en concrete toepassing van Gods Woord.
2.4 Zusterkerken ontvangen elkaars gemeenteleden op basis van een aanbeveling door de betrokken kerkenraad.
2.5 Een predikant van een zusterkerk is bevoegd om in een Nederlandse Gereformeerde Kerk het Woord van God te verkondigen en de sacramenten te bedienen.
2.6 Een predikant van een zusterkerk is beroepbaar in de Nederlandse Gereformeerde Kerken. Wanneer hij de roeping aanvaardt, verleent de regionale vergadering haar goedkeuring na een toelatend gesprek.
2.7 Afgevaardigden van zusterkerken worden zo mogelijk in de synode ontvangen. Zij hebben er adviserende stem.
3. omgangsvormen
3.1 De CRB informeert de zusterkerken over relevante besluiten van de synode, vooral waar deze raken aan de leer of het karakter van het kerkelijk recht.
3.2 Wanneer zusterkerken vragen hebben bij besluiten van de synode, is de CRB bevoegd om deze te beantwoorden.
3.3 Wanneer zusterkerken bezwaren hebben tegen besluiten van de synode, kunnen zij zich rechtstreeks tot de synode wenden.
3.4 Wanneer de synode een zusterkerkrelatie wil aangaan met een kerkgemeenschap in een regio waar ze ook al een zusterkerkrelatie heeft met een andere kerkgemeenschap , voert zij eerst overleg met betrokken partijen.
4. overige relaties
4.1 De kerken participeren via de CRB in internationale netwerken van christelijke kerken, in ieder geval binnen Europa.
4.2 De CRB kan contact aangaan of onderhouden met kerken waarmee de synode geen verwantschapsrelatie is aangegaan maar waarmee wel geestelijke verwantschap wordt ervaren.
4.3 De CRB kan contact aangaan of onderhouden met kerkelijke of andersoortige organisaties.
4.4 De CRB kan internationale conferenties bezoeken en ook zelf conferenties beleggen.
5. afstemming
5.1 De CRB stemt haar contactoefening af met Verre Naasten, de uitvoeringsinstantie van de kerkelijke missionaire activiteiten in het buitenland.
5.2 De CRB is bevoegd om in voorkomende gevallen een vertegenwoordiger van Verre Naasten af te vaardigen, of iemand anders die niet door de synode in de CRB is benoemd.
5.3 De CRB kan haar bezoeken eveneens afstemmen met andere organisaties of vertegenwoordigers van andere kerken.